De garantstelling geldleningen woningbouw vindt plaats via een zogenaamde tertiaire achtervang. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (Wsw) verstrekt de borgstelling en heeft hiervoor garantievermogen beschikbaar. Als dit garantievermogen niet toereikend blijkt te zijn, dan zal het Wsw bij het Rijk en de gemeenten aankloppen voor de verstrekking van renteloze leningen aan het Wsw. De verdeling van deze leningsverplichting is: 25% de gemeente waar de lening betrekking op heeft, 50% Rijk en de gezamenlijke gemeenten 25%.

De garantstellingen verbonden partijen heeft betrekking op de HVC. De garantstelling voor de HVC volgt uit het aandeelhouderschap van de gemeente Almere en wordt bepaald door enerzijds het aandelenbelang en anderzijds de omvang van de uitstaande geldleningen van de HVC. De omvang van deze leningen op 31 december 2019 is circa € 628 miljoen, het aandeel van Almere hierin bedraagt € 37,3 miljoen (5,94%). Bij een faillissement is dit het maximale risico voor de gemeente Almere.

In het kader van schuldhulpverlening heeft de gemeente zich garant gesteld voor particulieren en zelfstandigen in de schuldhulpverlening.

In het kader van het onderwijs-, sport- en welzijnsbeleid heeft de gemeente zich garant gesteld voor specifieke leningen van deze organisaties. In de bijlage bij deze jaarrekening is hiervan een specificatie opgenomen, inclusief het doel van de desbetreffende lening (en daarmee de garantstelling).