De provincie houdt toezicht op de taakuitoefening van gemeenten. De wijze waarop de provincie dit doet is
vastgelegd in de Wet Revitalisering Generiek Toezicht, die op 1 oktober 2012 in werking is getreden. De
verticale toezichttrol van de provincie ligt in het verlengde van de controlerende rol van de raad. Het uitgangspunt is dat het college van B&W informatie verstrekt aan de gemeenteraad. Het college van B&W
zorgt er vervolgens ook voor dat deze informatie beschikbaar komt voor het college van Gedeputeerde Staten (GS).
In december 2018 heeft de minister van BZK de Agenda ‘Toekomst van het (interbestuurlijk) Toezicht’ aan de Tweede Kamer gestuurd. Deze agenda is een uitvloeisel van het Interbestuurlijk Programma uit februari 2018 en het rapport ‘Maak Verschil’ van de Stuurgroep Openbaar Bestuur uit 2016. De agenda gaat uit van de bestaande uitgangspunten van het Interbestuurlijk toezicht ( IBT), zoals neergelegd in de toelichting op de Wet revitalisering generiek toezicht en de algemene beleidskaders voor het IBT. Er is niet gekozen voor een nieuwe theoretische onderbouwing en er zijn geen wettelijke wijzigingen voorzien. De agenda bevat vijf actielijnen die verder zullen worden uitgewerkt:
- Versterken verbinden horizontale controle en verticaal toezicht,
- Beter voeren dialoog,
- Beter leren via toezicht.
- Uniformeren uitvoering toezicht, en
- Toezichthouder richt zich op gedeelde risico’s
De uitgangspunten van de landelijke agenda passen goed bij de manier van toezicht in Flevoland en staan ook aan de basis van de nieuwe bestuursovereenkomst die in maart 2019 is vastgesteld.