Businesscase BUIG (0,2 V)

Het opnieuw in beeld brengen van bijstandsgerechtigden is minder snel gegaan dan gepland. Hierdoor zijn  minder kosten gemaakt. Daarnaast is er minder uitgegeven voor onderzoek naar mogelijke rechten die bijstandsgerechtigden hebben vanuit voorliggende inkomensvoorzieningen zoals bijvoorbeeld WW en WIA.

Resultaatbestemming Floriade Werkbedrijf (0,2 V)

Het doel van het werkbedrijf is om bij de ontwikkeling en exploitatie van het Floriade evenement zoveel mogelijk mensen vanuit de bijstand in te zetten. Er zijn in 2019 minder mensen vanuit de bijstand ingezet door vertraging in de bouw en terreininrichting. Hierdoor zijn er ook minder ondersteunings- en begeleidingskosten gemaakt. Dit komt onder andere door de PFAS- en stikstofproblematiek. De kosten voor de ondersteuning en begeleiding van deze mensen zullen de komende jaren worden gemaakt. Hiervoor is een voorstel tot resultaatbestemming gedaan.

Re-integratie (0,3 V)

Er zijn diverse kleine voordelen binnen het re-integratiebudget. Er is bijvoorbeeld een subsidie teruggevorderd uit 2018. Ook zijn de re-integratietrajecten van mensen met multiproblematiek later van start gegaan door een langer inkooptraject.

Regionaal Werkbedrijf Flevoland/IPS (0,1 V/0,1 N)

In de begroting was voor 2019 eenmalig budget beschikbaar voor Individuele Plaatsing en Steun (IPS)-trajecten. Dit zijn driejarige trajecten om mensen met een psychische aandoening aan het werk te helpen. Nu er beter zicht is op de fasering van de trajecten, blijkt dat de kosten verschuiven van 2019 naar latere jaren. Voor 2019 leidt dit tot een onderbesteding van € 0,13 miljoen. Omdat deze projecten gedekt worden uit regionale middelen, waarvoor een reserve is gevormd, is er ook minder onttrokken uit de reserve.

Op dit onderdeel zijn geen afwijkingen van € 0,1 miljoen of groter.

Op dit onderdeel zijn geen afwijkingen van € 0,1 miljoen of groter.

Bijstandsverlening (0,7 N)

In de begroting 2019 is oorspronkelijk rekening gehouden met een voordeel op de bijstand. In werkelijkheid blijkt het voordeel € 0,6 miljoen lager te zijn. Dit komt met name doordat er in 2019 voor € 0,7 miljoen minder aan terugvorderingen is opgelegd dan geraamd. Hier tegenover staat dat de aflossing op openstaande vorderingen wel beter is dan verwacht. Hierdoor is er een voordeel van € 0,3 miljoen (vrijval voorziening dubieuze debiteuren).
Daarnaast betalen we € 0,3 miljoen meer aan loonkostensubsidie, omdat  we meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk helpen. Als laatste is er € 0,2 miljoen minder uitgegeven aan levensonderhoud van startende ondernemers.

Bijzondere bijstand zelfstandigen (0,1 N)

Er is € 0,1 miljoen meer uitgegeven aan levensvatbaarheidsonderzoeken. Hiertegenover staat een voordeel van bijna € 0,2 miljoen door rentebaten over verstrekte kredieten, en een nadeel op de oninbare vorderingen van € 0,2 miljoen.

Bijzondere bijstand (0,4 V)

Binnen de bijzondere bijstand zien we twee ontwikkelingen. Enerzijds zien we het aantal cliënten met beschermingsbewind toenemen (2018: 2.144 en 2019: 2.217) waardoor de kosten beschermingsbewind verder stijgen (€ 0,2 miljoen nadeel). Anderzijds zien we een daling in het aantal aanvragen (€ 0,6 miljoen voordeel) door de conjunctuur en de ingebruikname van de Snelbalie bijzondere bijstand. Via deze balie wordt, in vergelijking tot het oude aanvraagproces, veel duidelijker informatie verstrekt of de aanvrager recht heeft op een vergoeding. Ten opzichte van 2018 zien we met name een forse daling in de uitgaven voor aanvullende bijstand < 21 jaar, de kosten voor huisinrichting en eenmalig levensonderhoud.

Individuele inkomenstoeslag (0,1 N)

De individuele inkomenstoeslag is bedoeld voor mensen die 5 jaar of langer op minimaniveau leven. We zien een toename van het aantal aanvragen waardoor ook de kosten hoger liggen.

De apparaatskosten liggen circa € 0,3 miljoen lager dan begroot. Dit komt met name doordat een aantal vacatures langer hebben open gestaan dan verwacht. In de begroting was juist rekening gehouden met eenmalig hogere apparaatskosten voor werk en inkomen, hiervoor is een reserve gevormd. Door de lagere kosten is de reserve vrijwel niet aangesproken. Deze is nog beschikbaar voor volgende jaren.