Voor onze investeringen moeten we (concern-)financiering aantrekken. Zoals in de inleiding van deze paragraaf al is aangegeven, rekenen we daarom aan alle investeringen rente toe. Dit doen wij op basis van een vaste rekenrente. Zo kunnen we bij onze investeringsbeslissingen de rentekosten laten meewegen. Deze komen in de vorm van rentelasten terug in de exploitatiebegroting.
De financiële regelgeving schrijft voor dat het totaal van de doorberekende interne rente gelijk moet zijn aan de totale werkelijke rentelasten. Het is echter niet nodig om het rentepercentage voor de algemene dienst ieder jaar bij te stellen. Hierdoor ontstaat een verschil tussen de in de markt te betalen rente (die wel verandert) en de intern aan investeringen doorberekende rente. Dit verschil is het zogenaamde renteresultaat. Omdat dit renteresultaat vrij scherp kan worden geraamd, kan deze buffer vooraf al grotendeels in de begroting worden ingezet.