Om investeringen te kunnen financieren worden door de gemeente leningen afgesloten. Deze leningen worden niet voor iedere investering apart aangetrokken, maar over het totale saldo van uitgaven en ontvangsten wordt concernfinanciering geregeld. De uitdaging hierbij is om financieringsmiddelen tijdig beschikbaar te hebben, tegen zo gunstig mogelijke rentetarieven, maar tegelijkertijd de risico’s zoveel mogelijk te beperken.

De rentelasten van de leningen rekenen we volgens een vast rentepercentage toe aan de investeringen. Deze zogenaamde rekenrente wordt gebaseerd op de gemiddelde rente over de huidige en toekomstig aan te trekken leningen. Hierbij wordt een risico-opslag opgeteld, zodat een stijging van de marktrente niet direct tot tekorten leidt. Het verschil tussen de rekenrente die binnen de organisatie wordt gehanteerd en de rente die in werkelijkheid wordt betaald over de leningenportefeuille, wordt het renteresultaat genoemd.

Deze financieringsparagraaf vloeit voort uit de wet ‘Financiering decentrale overheden’, die regels stelt aan het financieringsgedrag van gemeentes. Op lokaal niveau is deze regelgeving vertaald in het door de gemeenteraad vastgestelde treasury statuut.

In deze paragraaf worden de treasury activiteiten van 2019 verantwoord. Ook worden de ontwikkelingen met betrekking tot de marktrente beschreven.