De invoering van de Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) hebben grote effecten op de wijze waarop gemeenten werken en daarmee ook op de organisatie. Het gaat dan o.a. om de samenwerking in de keten, de benodigde systemen en de (werk)processen. Op basis van het door uw raad vastgestelde Koersdocument bereiden wij ons hierop voor en onderzoeken wij de (financiële) impact van deze wetten.

Doordat er minder bouwwerken vergunningplichtig zijn én er als gevolg van de Wkb taken en verantwoordelijkheden bij private kwaliteitsborgers worden neergelegd, veranderen ook de gemeentelijke taken en verantwoordelijkheden in het vergunningenproces. Naar verwachting leidt deze verschuiving in rollen en taken niet alleen tot intensievere werkzaamheden aan de voorkant van een proces, maar zal er aan de achterkant, bij de uitvoering en handhaving, werk bij komen. Het aantal vergunningen neemt af en worden deels vervangen door meldingen, waardoor de gemeente minder leges kan heffen, terwijl het verschoven werk en de nieuwe werkzaamheden niet zonder meer vertaald kunnen worden in leges (of andere vergoedingen).

Het risico van het vervallen van de programmatische aanpak stikstof (PAS) was in de programmabegroting 2020 nog opgenomen als één gezamenlijk risico met de Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging. Afgelopen periode zijn maatregelen getroffen om de impact van het stikstofdossier te beperken en is meer duidelijkheid ontstaan over de gevolgen daarvan. Op grond van de nu gehanteerde uitgangspunten voor de stikstofberekeningen kan de vergunningverlening voor bouwaanvragen over het algemeen door gaan. Op dit moment wordt met de provincie gewerkt aan het opstellen van een zogeheten 'gebiedsgerichte aanpak'. Dit moet duidelijkheid geven over de (ontwikkel-)mogelijkheden in de toekomst. Het is niet uit te sluiten dat op grond van deze ontwikkelingen, en ook de rechtspraak, er toch aanvragen zullen zijn die niet zonder meer vergunbaar zijn. Op dit moment is nog onzeker of die gevolgen er zijn en of daar een financieel risico uit voortvloeit. Daarom is dit risico vooralsnog als 'pm-risico' opgenomen. Voor de Floriade en het grondbedrijf worden de risico's afzonderlijk in beeld gebracht. Zie hiervoor respectievelijk de paragraaf Floriade en de paragraaf Grondbeleid.

In de raadsbrief vertrouwelijke risico’s, die als bijlage bij deze programmarekening is meegestuurd, staan de vertrouwelijke risico's beschreven. Openbaarmaking van deze risico’s kunnen een negatieve invloed hebben op de onderhandelingspositie van de gemeente.