Risico's
risico's | restrisico | kans | risicobedrag | risicobedrag | verschil |
belangrijkste risico's | |||||
Volumegroei Wmo | 5.106 | 40% | 2.042 | 0 | 2.042 |
Volumegroei jeugdhulp | 14.402 | 40% | 5.761 | 0 | 5.761 |
vervallen | 0 | 0 | 4.753 | -4.753 | |
totaal | 19.508 | 40% | 7.803 | 4.753 | 3.050 |
Volumegroei Wmo
In 2019 stegen de kosten van de Wmo ondersteuningsarrangementen met 14%. In de meerjarenbegroting houden we er nu rekening mee dat deze grote groei grotendeels een tijdelijk effect is als gevolg van de invoering van het abonnementstarief. Voor de ondersteuningsarrangementen en de gehandicaptenvoorzieningen hebben we daarom een afvlakkende groei ingerekend van 9% in 2020, 6% in 2021 en structureel 3% vanaf 2022. Het risico bestaat dat de huidige groei in de komende jaren hoger ligt dan begroot. Redenen hiervoor zijn onder andere de vergrijzing, het na-ijleffect van de invoering van het abonnementstarief en het feit dat er nog geen maatregelen zijn doorgevoerd om de groei te beheersen
Beheersingsmaatregelen
De beheersingsmaatregelen om de groei te beheersen moeten nog in kaart worden gebracht en worden vastgesteld. Hiervoor zullen we bij de begroting 2021 met een voorstel komen. Onderstaand zijn een aantal mogelijke zoekrichtingen benoemd:
- De inzet van voorliggende voorzieningen ter vervanging van Wmo zorg. Dit zou mogelijk kunnen voor bepaalde vormen van ondersteuning thuis, zoals huishoudelijke hulp. Tegelijkertijd kan ook gekeken worden naar lichtere vormen van (arbeidsmatige) dagbesteding.om deze in de wijk te organiseren.
- Aanscherpen CIZ-protocol (protocol van Centrum Indicatiestelling Zorg). Dit wordt nu al nader uitgewerkt en zou moeten leiden tot een aangescherpte basis voor de inzet van huishoudelijke hulp. Dit moet leiden tot minder inzet van uren huishoudelijke hulp per cliënt. Gezien de enorme stijging van aanvragen voor huishoudelijke hulp zou dit potentieel tot een inperking van de stijging kunnen leiden.
Financiële inschatting
Omdat er nog geen beheersingsmaatregelen zijn vastgesteld is er veel onzekerheid of de groei daadwerkelijk wel gaat afvlakken. Daarom hebben we een tweede scenario doorgerekend waarbij de volumegroei vanaf 2021 structureel 6% blijft. De kosten in 2024 liggen dan structureel € 2,6 miljoen hoger dan begroot. Over alle jaren in de perspectiefperiode gaat het om een bedrag van € 5,1 miljoen. We schatten de kans dat dit zich voordat gemiddeld in. Er is daarom risicoreservering opgenomen van 40%.
Volumegroei jeugdhulp
In 2019 stegen de kosten van de jeugdhulp zonder verblijf met 17%. We hebben zowel een scenario uitgerekend waarbij de volumegroei zich doorzet, als een scenario met een gematigde volumegroei op basis van de gemiddelde volumegroei van de afgelopen jaren (3% per jaar).
Gezien alle onzekerheden begroten we, in de perspectiefnota 2021, de volumegroei op het gemiddelde van deze scenario's. Concreet betekent dit dat we in de eerste drie jaar rekening houden met een volumegroei van 12%, 9% en 5% op het budget jeugdhulp zonder verblijf. Structureel houden we rekening met een volumegroei van 3%. In totaal nemen de budgetten voor de jeugdzorg hierdoor structureel met € 8,8 miljoen toe (2024). Het risico bestaat dat de groei in de komende jaren hoger ligt dan begroot in de perspectiefnota 2021 en meer in lijn ligt met de groei in 2019
Beheersingsmaatregelen
In aanloop naar de Programmabegroting 2021 worden maatregelen voor de korte en langere termijn bepaald om de groei de komende jaren te beperken. Het gaat hierbij op korte termijn bijvoorbeeld om strakkere sturing op contracten, vergroten kostenbewustzijn bij verwijzers, een scherpere afbakening van de jeugdwet in relatie tot onderwijs en gerichtere inzet op gezinnen met een grote vraag naar jeugdhulp. Op langere termijn zullen een aantal beleidskeuzes gemaakt moeten worden om de effectiviteit van jeugdhulp te vergroten en zorgvragen te normaliseren daar waar het kan. Een voorbeeld hiervan is de inzet van teams gezinsbegeleiding, maar ook beleid gericht op preventie in samenwerking met (passend) onderwijs. De uitwerking, alsmede de verwachte financiële effecten, worden betrokken bij de programmabegroting 2021.
Financiële inschatting
Omdat er nog geen beheersingsmaatregelen zijn vastgesteld is er veel onzekerheid of de groei daadwerkelijk wel gaat afvlakken. We nemen daarom een risico op voor het geval dat de volumegroei in de eerste drie jaar hoger ligt dan begroot (17%, 12% en 7%) in de perspectiefnota 2021. De kosten liggen dan structureel € 3,5 miljoen hoger. Over alle jaren in de perspectiefperiode gaat het om een extra kostenpost van € 14,4 miljoen. Onderstaande tabel laat dit zien:
toelichting | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | totaal |
extra volumegroei 2020 | 1.493 | 1.493 | 1.493 | 1.493 | 1.493 | 7.465 |
extra volumegroei 2021 | 1.061 | 1.061 | 1.061 | 1.061 | 4.244 | |
extra volumegroei 2022 | 815 | 815 | 815 | 2.445 | ||
extra volumegroei 2023 | 81 | 81 | 162 | |||
extra volumegroei 2024 | 86 | 86 | ||||
totaal | 1.493 | 2.554 | 3.369 | 3.450 | 3.536 | 14.402 |
We schatten de kans dat dit zich voordat gemiddeld in. Er is daarom risicoreservering opgenomen van 40% van het totale risicobedrag in de perspectiefperiode (€ 5,7 miljoen).
Vervallen
Op dit programma stonden risico's voor:
- Hogere kosten jeugdzorg
- kosten ondersteuningsarrangementen
- Lagere eigen bijdragen Wmo
Het eerste risico heeft zich in 2019 voorgedaan. Voor het tweede risico geldt da de invoering van de ondersteuningsarrangementen is voltooid. Dit risico kan komen te vervallen. Het derde risico heeft zich niet voorgedaan, de eigen bijdragen liggen door de groei van het aan cliënten zelfs hoger.
Derhalve komen al deze risico's te vervallen.
Hiertegenover staat dat er twee nieuwe risico's zijn opgenomen voor de volumegroei van de jeugdzorg en de Wmo. Deze zijn hierboven toegelicht.