Het reële jaarresultaat over 2019 is € 6,2 miljoen negatief. Dit is een verbetering ten opzichte van de begroting van € 3,3 miljoen. Bij de bepaling van het reële resultaat is het resultaat per programma verminderd met de incidentele baten en lasten en reservemutaties, waarna het reële resultaat op de structurele budgetten overblijft.
Het reële resultaat zegt hierdoor iets over het behaalde resultaat op de structurele budgetten. Het geeft geen inzicht in de structurele doorwerking van het behaalde resultaat op de meerjarenbegroting.
Reëel resultaat
In onderstaande tabel is dit zichtbaar gemaakt:
bedragen x € 1 miljoen
| begroot | realisatie | resultaat | ||
rijlabels | lasten | baten | lasten | baten | resultaat |
exploitatie | |||||
Bestuur, inwoners en economie | 23,1 | 3,8 | 25,4 | 4,3 | -1,9 |
Duurzaam, leefbaar en bereikbaar | 125,2 | 78,6 | 128,9 | 79,5 | -2,7 |
Ruimte en wonen | 160,4 | 147,6 | 125,6 | 162,2 | 49,4 |
Zorg en welzijn | 207,1 | 6,6 | 206,0 | 6,8 | 1,3 |
Werk en inkomen | 138,0 | 93,0 | 136,1 | 91,6 | 0,5 |
Onderwijs, sport en cultuur | 94,4 | 30,6 | 89,5 | 31,6 | 5,8 |
Veiligheid | 20,1 | 0,6 | 20,4 | 0,9 | 0,0 |
Bedrijfsvoering | 72,0 | 1,5 | 73,4 | 2,6 | -0,3 |
Financiën | 3,3 | 454,0 | 1,3 | 459,8 | 7,7 |
Totaal exploitatie | 843,6 | 816,5 | 806,6 | 839,3 | 59,9 |
reserve | 167,6 | 194,8 | 186,9 | 159,4 | -54,5 |
totaal begroting | 1.011,2 | 1.011,2 | 993,4 | 998,7 | 5,3 |
af: incidentele baten en lasten | |||||
- exploitatie | 188,5 | 158,7 | 150,2 | 177,7 | 57,3 |
- reservemutaties | 152,0 | 190,1 | 171,4 | 154,2 | -55,3 |
- structureel budget Floriade* | -1,2 | 0,0 | -1,2 | 0,0 | |
structurele begroting | 672,0 | 662,5 | 673,0 | 666,8 | 3,3 |
reële jaarresultaat | -9,5 | -6,2 | 3,3 |
* De kosten van de Floriade zijn in de administratie volledig als incidenteel aangemerkt. De apparaatskosten worden echter voor een deel uit structurele middelen afgedekt. Dit is gecorrigeerd in het overzicht.
Overzicht van structurele stortingen en onttrekkingen reserves
Reservemutaties zijn naar hun aard incidenteel. Er worden namelijk middelen toegevoegd of onttrokken aan de gemeentelijke spaarpot. De middelen uit de gemeentelijke reserves kunnen maar één keer worden uitgegeven, hieruit kan dus geen structurele problematiek of beleid worden afgedekt. Uitzondering is de inzet van reserves ter dekking van de kapitaallasten van investeringen. Deze onttrekking mag als structureel dekkingsmiddel worden aangemerkt. Onderstaand zijn de structurele reservebewegingen in kaart gebracht:
bedragen x € 1 miljoen
| begroot | realisatie | resultaat | ||
reserves | storting | onttrekking | storting | onttrekking | resultaat |
63 Stadhuis & Personele Huisvest. | 0,1 | 0,2 | 0,1 | 0,2 | 0,0 |
83 Investeringen Openbare Ruimte | 11,3 | 0,0 | 8,3 | 0,0 | 3,0 |
84 Afschrijving Investeringen Openbare ruimte | 0,1 | 0,3 | 0,2 | 0,9 | 0,4 |
88 Reserve huisvestingsverordening | 0,0 | 0,0 | 0,3 | 0,0 | -0,3 |
77 Reserve Sociaal Domein | 4,4 | 4,2 | 6,5 | 4,2 | -2,1 |
eindtotaal | 15,9 | 4,7 | 15,5 | 5,2 | 1,0 |
De eerste drie reserves betreffen onttrekkingen voor de dekking van kapitaallasten van reeds gedane investeringen. De storting in de reserve investeringen openbare ruimte betreft het reserveren van middelen voor vervangingsinvesteringen in de openbare ruimte. Deze investeringen dienen geactiveerd te worden, de dekking regelen wij om administratieve redenen via een reserve. Omdat het om een structureel vervangingsritme gaat is deze storting ook als structureel aangemerkt.
De laatste twee reserves hebben een egalisatiefunctie op exploitaties met een structureel karakter, waarbij Almere niet zelf besluit over de inzet van de middelen. Het zou onterecht zijn om overschotten op deze exploitaties als structureel voordeel aan te merken.
Voor de huisvestingsverordening besluit Almere samen met de woningbouwcorporaties over de inzet van de middelen.
In de reserve sociaal domein wordt het overschot op de regionale Wmo taken (met name beschermd wonen en vrouwenopvang) gestort. Dit betreffen kosten voor alle gemeente in de provincie Flevoland. Deze gemeenten beslissen gezamenlijk over de inzet van overgebleven middelen.
Overzicht van incidentele baten en lasten
In onderstaande tabel is tevens inzicht gegeven in de incidentele baten en lasten per programma:
bedragen x € 1 miljoen
| begroot | realisatie | resultaat | ||
programma | lasten | baten | lasten | baten | resultaat |
1. Bestuur, inwoners en economie | 1,2 | 0,5 | 3,1 | 0,5 | -1,8 |
2. Duurzaam, leefbaar en bereikbaar | 19,3 | 0,2 | 18,2 | 0,2 | 1,1 |
3. Ruimte en wonen | 139,8 | 133,0 | 108,1 | 148,9 | 47,6 |
4. Zorg en welzijn | 1,9 | 0,0 | 2,1 | 0,0 | 0,2 |
5. Werk en inkomen | 4,8 | 1,0 | 3,2 | -0,3 | 0,3 |
6. Onderwijs, sport en cultuur | 15,4 | 7,3 | 11,0 | 7,3 | 4,4 |
7. Veiligheid | 0,2 | 0,0 | 0,5 | 0,2 | -0,1 |
8. Bedrijfsvoering | 5,4 | 0,5 | 4,3 | 0,4 | 1,0 |
9. Financiën | 0,5 | 16,2 | -0,2 | 20,5 | 5,0 |
totaal begroting | 188,5 | 158,7 | 150,2 | 177,7 | 57,3 |
De meeste incidentele baten en lasten zijn terug te vinden op het programma ruimte, wonen en wijken. Dit betreffen onder andere de grondexploitatie (grex), Fonds Verstedelijking Almere (FVA), de Floriade en Oosterwold. Het FVA is op meerdere programma's terug te vinden, zoals ook Onderwijs en beheer openbare ruimte en milieu.
Het positieve incidentele resultaat wordt met name veroorzaakt door lagere kosten waar ook een lagere inzet van een reserve tegenover staat. Onderstaand is het resultaat op de incidentele activiteiten na inzet van reserves weergegeven:
bedragen x € 1 miljoen
programma | exploitatie | reserves | saldo |
1. Bestuur, inwoners en economie | -1,8 | 0,1 | -1,7 |
2. Duurzaam, leefbaar en bereikbaar | 1,1 | -8,5 | -7,4 |
3. Ruimte en wonen | 47,6 | -42,4 | 5,2 |
4. Zorg en welzijn | -0,2 | -0,2 | -0,4 |
5. Werk en inkomen | 0,3 | -0,3 | 0,0 |
6. Onderwijs, sport en cultuur | 4,4 | -2,9 | 1,5 |
7. Veiligheid | -0,1 | 0,0 | -0,1 |
8. Bedrijfsvoering | 1,0 | -0,4 | 0,6 |
9. Financiën | 5,0 | -0,7 | 4,3 |
totaal begroting | 57,3 | -55,3 | 2,0 |
Het tekort op het programma bestuur betreft met name de aanvulling van de pensioenvoorziening wethouders.
Het resultaat op programma duurzaam, leefbaar en bereikbaar wordt met name veroorzaakt door een tekort op de Floriade van € 5,8 miljoen door bijstelling van de businesscase. Ook hebben we € 2,5 miljoen aan bijdragen van derden ontvangen, deze bijdrage is gestort in de reserve Floriade. Dit is een nadeel op programma duurzaam, leefbaar en bereikbaar en een voordeel op het programma Financiën.
Het voordeel op het programma ruimte en wonen betreft met name de vrijval van de voorziening IbbA. Daarnaast is er een voordeel van € 42 miljoen waartegenover een nadeel op de reserves staat. Dit wordt voor circa € 23 miljoen veroorzaakt door vrijval van voorzieningen en winstneming op de grondexploitaties. Ook stond er in de begroting een afdracht van € 11 miljoen begroot vanuit de grondexploitatie. De afdracht van de grondexploitatie wordt pas in 2020 verwerkt. Dit geeft ook een voordeel op de exploitatie. Daarnaast zijn de opbrengsten uit grondverkoop Oosterwold circa € 5 miljoen hoger dan begroot. Deze worden gestort in de reserve FVA.
Verder is er incidenteel voordeel op het programma onderwijs, sport en cultuur doordat we overig voorgaande jaren nog een extra subsidie voor onderwijs achterstandenbeleid hebben kunnen krijgen en de oplevering van bevolkingsvolgende voorzieningen is vertraagd.
Op het programma financiën is een eenmalig voordeel doordat we via de decembercirculaire extra doeluitkeringen hebben ontvangen vanuit het gemeentefonds. Dit betreft o.a. de bijdrage voor de Floriade en Perspectief op Werk. Ook heeft er een vrijval plaatsgevonden van € 0,6 miljoen uit de voorziening oninbare (belasting)debiteuren)